TENS werkt op twee manieren tegen pijn:

  1. De TENS blokkeert het pijnsignaal dat naar de hersenen gaat. Dit is gebaseerd op de poorttheorie (Gate controle) waarbij wordt aangenomen dat bij het activeren van ‘tastvezels’ de poort sluit waardoor de ‘pijnvezels’ verminderd worden doorgestuurd naar de hersenen
  2. Het lichaam wordt zelf aangezet tot het produceren van stoffen waarvan een pijnstillende werking uitgaat (endorfines). Hierbij wordt er vanuit gegaan dat de TENS iets activeert waardoor er een remmende werking van de pijnprikkel optreedt (pijnremmend systeem).

De mate van pijnverlichting tijdens de behandeling en het aantal uren van pijnverlichting nadat u met de behandeling bent gestopt, is voor iedereen verschillend. Meestal neemt na verloop van tijd het pijnstillend effect toe.

Praktische informatie