Een overactieve blaas betekent dat u vaak (kleine beetjes) moet plassen en het plassen meestal vooraf wordt gegaan door hevige aandrang met of zonder ongewild urineverlies (urge-incontinentie). Wanneer andere behandelingen, zoals medicijnen of bekkenfysiotherapie onvoldoende resultaat hebben, kan toediening van Botox een mogelijke uitkomst bieden.

Wat is Botox?
Botox (botulinetoxine) is een middel dat de overdracht van signalen van zenuwen naar spieren onderbreekt. Wanneer dit in een spier wordt gespoten, kan die spier geen signaal meer ontvangen, waardoor deze wordt verlamd. Bij u wordt de Botox in de blaasspier gespoten, waardoor de samentrekking (contractiekracht) van de blaasspier afneemt.

Botox is in zeer kleine hoeveelheden een veilig middel bij de behandeling van een overactieve blaas. Na een injectie van Botox in de blaasspier verdwijnen de klachten bij ongeveer 70-80% van de patiënten.

Bij sommige patiënten (7 op de 100) werkt de Botox zó goed dat zij enige tijd niet goed kunnen plassen en daarom zichzelf enkele malen per dag moeten katheteriseren. Met het uitwerken van de Botox komt echter ook het vermogen om zelf weer te kunnen plassen langzaam terug. Botox werkt 9-12 maanden. Als de Botox uitgewerkt is, kan de behandeling herhaald worden.

Voorbereiding

  • Bloedverdunnende medicijnen: meldt u het gebruik hiervan van tevoren aan de uroloog. Deze bepaalt of de medicijnen gestopt moeten worden vóór de behandeling.
  • Urinekweek: één week voor de behandeling levert u urine in.
  • Zelfkatheterisatie: voorafgaand aan de behandeling krijgt u een afspraak bij de continentieverpleegkundige, die u leert om zelf te katheteriseren.

Dag van de behandeling
Voor en na de behandeling kunt u gewoon eten en drinken. Op de afgesproken dag meldt u zich op de polikliniek Urologie. Na de behandeling kunt u direct weer naar huis.

Half uur vóór de behandeling
De verpleegkundige:

  • geeft u een antibioticatablet, dat direct ingenomen moet worden;
  • maakt de blaas leeg met behulp van een katheter;
  • brengt de verdovingsvloeistof in via dezelfde katheter;
  • verwijdert de katheter.

Daarna kleedt u zich aan en neemt u plaats in de wachtkamer. De verdovingsvloeistof moet 20-30 minuten intrekken. Gedurende deze tijd probeert u de vloeistof op te houden en niet uit te plassen.

De behandeling
Tijdens de behandeling ligt u op uw rug op de behandeltafel met uw benen in de beensteunen. De uroloog brengt via de plasbuis een scoop (blaaskijker met camera) in uw blaas en vult deze met water, zodat de blaaswand goed te zien is.

Daarna wordt een lange dunne naald, via de scoop, in de blaas gebracht. Hiermee wordt op verschillende plaatsen in de blaaswand een kleine hoeveelheid Botox ingespoten. U krijgt ongeveer 10-20 prikken; deze zijn weinig pijnlijk.

Bijwerkingen van de behandeling

  • Gedurende een aantal uren kunt u een hinderlijk aandranggevoel hebben. Zelf auto rijden wordt daarom afgeraden.
  • Het effect is na 1 à 2 weken merkbaar. Tijdens deze periode kan u meer last ervaren.
  • De eerste dagen kan de urine nog wat bloederig zijn. Geadviseerd wordt in totaal 2 liter per dag te drinken.
  • Mogelijk kunt u niet goed (leeg) plassen. waarvoor soms zelfkatheterisatie nodig is.
  • U kunt een blaasontsteking krijgen.

Contact opnemen
In de volgende situaties neemt u contact op met de polikliniek Urologie:

  • Hevig bloedverlies (vers bloed) en grote bloedstolsels plassen.

Urine die een rosékleur / lichte rosékleur / limonadekleur/ oude theekleur heeft, is niet verontrustend.

  • Plotseling niet meer kunnen plassen ondanks voldoende vochtinname.
  • Gevoel hebben niet goed uit te kunnen plassen ondanks voldoende vochtinname.
  • Koorts boven 38°C enkele dagen na de behandeling.
  • Koorts van 38,5°C of hoger gedurende meer dan 24 uur.

Neem bij problemen contact op met de polikliniek urologie. ’s Avonds, ’s nachts en in het weekend kunt u contact opnemen met het algemene nummer (020 – 755 7000).