Plaveiselcelcarcinoom van de huid is een kanker van de huid. Het begint in de bovenste laag van de huid en kan zich soms uitbreiden naar andere delen van het lichaam.

Hoe krijgt u plaveiselcelcarcinoom?
De belangrijkste oorzaak is vaak en lang in de zon zitten. Het plaveiselcelcarcinoom komt vooral voor op de plekken van de huid waarop veel zonlicht komt. Mensen met een lichte kleur huid hebben een groter risico om plaveiselcelcarcinoom te krijgen dan mensen met een donkere kleur huid. Voordat een plaveiselcelcarcinoom ontstaat zijn er vaak eerst ruwe rode vlekjes op de huid. Deze vlekjes heten actinische keratosen. Actinische keratosen kunnen na lange tijd in plaveiselcelcarcinoom veranderen (zie ook de folder “Actinische keratosen”. Deze kunt u aan uw arts vragen of downloaden via www.huidarts.info).

Andere mogelijke oorzaken van het plaveiselcelcarcinoom zijn:

  • wonden aan benen die niet over willen gaan (open benen).
  • huidziekten die lang bestaan (ontstekingen).
  • het langdurig slikken van medicijnen door iemand die een orgaan van iemand anders heeft gekregen (transplantatie van bijvoorbeeld een hart, long of nier). Deze medicijnen moet men blijven slikken om te zorgen dat de nieuwe organen blijven werken.
  • littekens van brandwonden of plekken die bestraald zijn voor een kanker in het lichaam.

Hoe ziet het plaveiselcelcarcinoom eruit?

Het plaveiselcelcarcinoom ziet eruit als een kleine bult die de kleur van de huid heeft of lichtrood is. Het voelt ruw aan. De bult wordt langzaam groter en kan een grote bult worden. Soms doet de bult pijn, maar meestal niet. Een plaveiselcelcarcinoom kan er ook uitzien als een kleine wond die langzaam groter wordt. Het plaveiselcelcarcinoom kan overal op het lichaam voorkomen.

Meestal op de hoofdhuid, de oren, het gezicht, de lippen, de onderkant van de armen, de bovenkant van de handen en op de benen.

Hoe weet uw arts of u plaveiselcelcarcinoom heeft?
De arts kan aan de huiduitslag zien dat u plaveiselcelcarcinoom heeft. Soms wil de arts zeker weten of er geen sprake is van een andere huidaandoening. Dan zal de arts een klein stukje huid afnemen (biopt). Voor het verwijderen wordt de huid plaatselijk verdoofd.

De arts onderzoekt of u mogelijk meer plaveiselcelcarcinomen heeft en voelt of de lymfeklieren vergroot zijn. Als er een groot risico is dat het plaveiselcelcarcinoom zich naar andere delen van uw lichaam heeft uitgezaaid, is verder onderzoek noodzakelijk.

Welke behandeling van plaveiselcelcarcinoom is er?

Snijden/excisie
De arts (huidarts of (plastisch) chirurg) snijdt het plaveiselcelcarcinoom meestal weg. Uw huid wordt op de plek waar de arts snijdt, verdoofd met prikjes in en rondom de plek. Om zeker te zijn dat de plek helemaal weg is, wordt het weggenomen stukje huid altijd in het laboratorium onderzocht. Als het plaveiselcelcarcinoom niet helemaal weg is, moet de arts nog een keer rondom de plek snijden.

Bestralen
Bestraling (radiotherapie) is een behandeling die ook een goed resultaat geeft. De bestraling van huidkanker gaat niet diep in de huid. U krijgt weinig of geen bijwerkingen. Bestraling moet meerdere keren gebeuren.

Moet u terug naar de arts voor controle?
Na de behandeling wordt uw huid 5 jaar lang regelmatig gecontroleerd. Dit gebeurt om te kijken of het plaveiselcelcarcinoom niet is teruggekomen of zich naar andere plekken in het lichaam heeft uitgezaaid. Ook wordt de rest van het lichaam gecontroleerd om te kijken of er geen andere nieuwe plaveiselcelcarcinomen bijgekomen zijn. Uw arts onderzoekt uw huid of er actinische keratosen zijn. Die worden behandeld om verandering naar plaveiselcarcinoom tegen te houden.

Is plaveiselcelcarcinoom te genezen of blijft u er altijd last van houden?
Als de plek helemaal weg is zullen bijna nooit problemen ontstaan. Het plaveiselcelcarcinoom kan zich uitzaaien (verspreiden) naar de lymfeklieren of andere delen van uw lichaam. Het risico hiervoor is het grootst bij grote plekken op de oren en de lippen.

Als er uitzaaiingen zijn dan is dit niet goed. U heeft dan meer behandeling nodig (snijden of bestralen) en soms moet u ook medicijnen slikken (chemotherapie). Iemand kan overlijden door een plaveiselcelcarcinoom dat in het lichaam is uitgezaaid.

Wat kunt u zelf nog doen?
Na behandeling van een plaveiselcelcarcinoom is het belangrijk de huid te controleren. Als er een bult of kleine wond ontstaat die niet binnen enkele maanden vanzelf weer weggaat, is het verstandig naar de huisarts of huidarts te gaan. Ook is verstandig erop te letten dat uw lymfeklieren niet groter worden.

Te veel in de zon zitten moet u niet doen. Zie ook de folder “Zonlicht en de huid: verstandig omgaan met de zon”. Deze kunt u aan uw arts vragen of downloaden via www.huidarts.info.

Specialismen & afdelingen