Bij een triggerpointinjectie wordt met een naald medicatie (lokale verdoving en/of corticosteroïd) gespoten in een spier die pijn veroorzaakt. Het doel hiervan is de spier te ontspannen en de pijn te verminderen.

De duur van de pijnvermindering verschilt per patiënt. Na een triggerpointinjectie kan tijdelijk napijn ontstaan. De behandeling kan direct effect hebben, maar dit kan ook meerdere dagen tot weken duren. Het effect kan meestal pas na enkele weken worden beoordeeld. De behandeling kan herhaald worden als de pijn terugkomt. Vaak wordt tijdens de behandeling een echoapparaat gebruikt om de onderhuidse structuren in beeld te brengen.

Belangrijk om te melden
Neemt u altijd (vóór uw volgende behandeling) contact op met de afdeling Pijngeneeskunde als een van de onderstaande zaken op u van toepassing is en u deze nog niet heeft besproken met de pijnspecialist. Deze informatie kan belangrijk zijn voor uw behandeling:

  • Gebruik van bloedverdunnende medicijnen
    De pijnspecialist zal met u bespreken of en hoelang van tevoren u moet stoppen met de medicijnen.
  • Een (mogelijke) zwangerschap
  • Suikerziekte
  • Allergie of overgevoeligheid voor jodiumhoudende contrastmiddelen, jodium, medicijnen of pleister.

De dag van de behandeling
De behandeling vindt plaats in de behandelkamers, locatie C 36. Vanaf de hoofdingang volgt u rechts de gele route (31 t/m 50).

U meldt zich op tijd bij de balie van het Behandelcentrum.

U kunt plaatsnemen in de wachtruimte. Rekent u op een verblijf in het ziekenhuis van ongeveer één uur. Uw begeleider kan tijdens uw behandeling gebruikmaken van het restaurant in de hal.

De behandeling
U gaat op een smalle tafel zitten of liggen. De huid wordt ontsmet op de plaats waar u de injectie krijgt. Meestal wordt ook gebruikgemaakt van een echoapparaat. Hiervoor krijgt u een koude gel op uw huid. Na de behandeling wordt u naar de pijnafdeling gebracht. Daar blijft u nog ongeveer een uur ter controle.

Complicaties/bijwerkingen
De volgende complicaties of bijwerkingen kunnen optreden na een lokale infiltratie:

  • Tijdelijke vermindering van kracht of een doof gevoel in het lichaamsdeel waar de injectie heeft plaatsgevonden. Dit is het gevolg van de verdoving. Na enkele uren is de verdoving uitgewerkt.
  • Als een bloedvaatje is geraakt bij het prikken, kan een bloeduitstorting ontstaan. Deze blauwe plek kan pijn veroorzaken, maar trekt vanzelf weg.
  • Bij diabeten kunnen de bloedsuikerwaarden variëren.

Naar huis
Na de behandeling mag u dezelfde dag niet zelfstandig aan het verkeer deelnemen. Zorg er daarom voor dat iemand anders u naar huis brengt. Op de prikplaats wordt een pleister geplakt. Deze mag u ’s avonds of de volgende dag verwijderen. U kunt dan ook weer douchen en baden.

Weer thuis
Na de behandeling kan de bestaande pijn eerst verergeren. Dit is van tijdelijke aard. U kunt hiervoor eventueel een pijnstiller innemen (bijvoorbeeld paracetamol volgens bijsluiter).
Het effect van de behandeling kan meestal pas na enkele weken worden beoordeeld. Hiervoor wordt een poliklinische afspraak met u gemaakt. Het is echter goed mogelijk dat u al eerder merkt dat de pijn minder wordt.

In overleg met uw arts kan het raadzaam zijn een afspraak bij de fysiotherapeut te maken voor na de behandeling.

Vragen?
Mocht u na het lezen van deze folder nog vragen hebben, dan kunt u contact opnemen met de polikliniek Pijngeneeskunde.

Specialismen & afdelingen