Soorten testen

  1. Testen van oorzaken van allergische reacties door middel van huidpriktesten.
  2. Testen van reactie op eerste smelttablet voor immunotherapie (huisstofmijt, gras of bomen).
  3. Testen van overgevoeligheidsreactie op voedingsmiddelen door middel van een voedselprovocatietest.

Voorbereiding

Uw kind is ingepland voor één of meerdere allergietesten. Op deze dag worden u en uw kind op de afgesproken tijd verwacht op de kinderpolikliniek of de dagbehandeling. De exacte tijd en locatie heeft u van de polikliniek-assistent gekregen.

Als uw kind:

  • antihistaminica gebruikt (middelen tegen de jeuk of allergie zoals desloratadine, levocetirizine of cetirizine), dan moet deze mediatie 3 dagen vóór alle drie de soorten testen gestopt worden.
  • eczeem of hooikoorts heeft, dan is het belangrijk dat deze aandoening rustig is en goed onder controle is. Als dat niet zo is, kan het zijn dat de provocatietest uitgesteld moet worden.
  • astma heeft, vraagt de kinderarts eerst een longfunctieonderzoek aan voordat immunotherapie gestart wordt.
  • in de laatste 3 maanden voor de voedselprovocatietest nog een prednisonstootkuur heeft gekregen voor astma, dan moet de test uitgesteld worden tot de astma helemaal rustig is.
  • in contact is geweest met kinderziektes of een kinderziekte heeft, kan de dagopname niet doorgaan.

Beschrijving van de onderzoeken

Huidpriktest

Meestal wordt een huidpriktest uitgevoerd in combinatie met een afspraak bij de kinderarts op de polikliniek. Deze test kan ook op de kinderafdeling plaatsvinden vóór een voedselprovocatietest.

Uw kind krijgt op de onderarm een of meer kleine prikje(s) in de huid met de verdachte stof(fen). Daarnaast worden twee controledruppels aangebracht. De ene druppel bevat histamine, die altijd een (milde) reactie hoort te geven om te laten zien dat de test goed werkt. De andere druppel is een controledruppel. Deze hoort géén reactie te geven. Na ongeveer 15 minuten is zichtbaar voor welke stoffen uw kind mogelijk allergisch is (rode kwaddel). Het totale onderzoek duurt ongeveer 30 minuten.

Voor dit onderzoek geldt:

  • 3 dagen van tevoren géén antiallergische medicatie geven;
  • 1 week van tevoren geen lokale corticosteroïdzalven of -crèmes meer smeren op de onderarmen. Dit is namelijk het testgebied. Voorbeelden van corticosteroïd-zalven en -crèmes zijn: hydrocortison en triamcinolon.

Eerste smelttablet immunotherapie

De eerste keer krijgt uw kind een smelttablet met immunotherapie onder begeleiding van de kinderarts of verpleegkundige op de polikliniek of op de kinderafdeling. Uw kind leert dan hoe de smelttabletten moeten worden ingenomen. Ook willen we weten hoe uw kind op de tabletten reageert. Als uw kind klachten krijgt, kunnen we uitleg en eventueel medicijnen geven. Door de mogelijke allergische reacties moet uw kind 30 minuten op de polikliniek of kinderafdeling blijven. Heeft uw kind géén allergische reacties op de tabletten en kan hij of zij de tabletten goed innemen, dan kunt u ze thuis zelf elke dag geven.

Voedselprovocatietesten

Op de kinderafdeling wordt uw kind nagekeken door een arts of kinderverpleegkundige en worden het gewicht en de bloeddruk gemeten. U ziet verschillende soorten medicatie klaarliggen; dat is noodmedicatie voor het geval uw kind een heftige allergische reactie krijgt.

De test duurt van 08:30 tot 14:00 uur (ook bij dubbelblinde koemelktest). Wanneer u weer naar huis kunt, is afhankelijk van de reacties tijdens de test. Soms is meer tijd nodig om uw kind goed te kunnen observeren. De test wordt meestal gedaan in een tweepersoonskamer. Beide ouders mogen bij het kind blijven.

Wij vragen u:

  • de te provoceren voedingsproducten mee te nemen. Alleen pinda en kippenei zijn op de afdeling aanwezig.
  • de favoriete fruithap mee te nemen; borstvoeding en water mag.
  • het favoriete speeltje mee te nemen.

Dubbelblinde koemelkprovocatietest

In het geval van een koemelkprovocatietest vindt de test plaats op twee verschillende dag opnames. De ene week zal géén koemelkeiwit in de voeding aanwezig zijn. De andere week zal dat wél het geval zijn. Op de afdeling is alleen Nutrilon Pepti aanwezig. Drinkt uw kind een ander merk, of moedermelk neem dit dan mee.

Open voedselprovocatietest

Voor een open voedselprovocatietest wordt eerst een druppel/korreltje voeding in de mond gedaan. Daarna wordt elke 20-30 minuten iets meer van het voedingsmiddel toegediend. Totdat uw kind aan het einde van de provocatie een flinke eetlepel of een fles van 120 ml van het voedingsmiddel heeft gegeten of opgedronken. De voeding mag in het favoriete fruithapje, als u dit zelf meeneemt.

Dit onderzoek gebeurt onder toeziend oog van de kinderverpleegkundige. De kinderarts of verpleegkundig specialist is in de buurt. Tijdens dit onderzoek wordt uw kind goed in de gaten gehouden en wordt er gelet op bijvoorbeeld jeuk, uitslag, benauwdheid of buikklachten.

Ontstaan er klachten bij het innemen van het voedingsmiddel, dan is er sprake van een allergie. Afhankelijk van de ernst van de klachten wordt de laatst gegeven hoeveelheid testvoeding herhaald of wordt de test gestopt. Indien nodig krijgt uw kind medicijnen.

Na het onderzoek wordt uw kind nog 2 uur geobserveerd en mag daarna naar huis. Meestal rond 14:00 uur. U krijgt een telefonische afspraak op de polikliniek voor het verdere beleid.Voor dit onderzoek geldt:

  • 3 dagen van tevoren géén antiallergische medicatie geven;
  • op de ochtend van de test thuis een ontbijt nemen of de eerste flesvoeding geven. Daarna niets meer eten.

Locatie

Neem in de centrale hal links de trap of lift naar de 1e etage. Daar vindt u de receptie van de afdeling en de polikliniek Kindergeneeskunde. 

Vragen

Bij onduidelijkheden of als u de afspraak wilt afzeggen/uitstellen, kunt u contact opnemen met de polikliniek Kindergeneeskunde (telefoonnummer 020 – 755 7028, optie 3).

Specialismen & afdelingen