De juiste kaakbeweging begint als een draaiende beweging, zonder dat vlak vóór de ooropening het kaakkopje met de vinger voelbaar is. Op deze manier kunt u de mond opendoen totdat één vinger gemakkelijk tussen de tanden gebracht kan worden. Bij verder openen van de mond glijdt het kaakkopje wel naar voren toe. Een normale opening is twee vingerbreedten en de maximale opening is drie vingers breed.
Praktische informatie
-
Brochures