Onze website wordt op het moment vernieuwd. Mist u informatie of heeft u een verbetersuggestie? Wij horen het graag.

Kliniek Boven

  • Telefoon: (020) 755 7093

 

Op deze afdeling worden patiënten verpleegd van alle snijdende specialismen:

  • algemene chirurgie;
  • orthopedie, urologie;
  • KNO;
  • gynaecologie;
  • neurochirurgie;
  • plastische chirurgie.

 

Kliniek Beneden Oost

 

Op deze afdeling worden de volgende patiëntengroepen verpleegd:

  • cardiologie;
  • maag-, darm- en lever- (MDL);
  • algemeen interne patiënten.

 

Kliniek Beneden West

 

Telefonisch contact dagelijks tussen 11.00-11.30 uur.
Bedoeld voor eerste contactpersoon van de patiënt voor informatie over situatie en behandeling.

Hier worden de volgende patiëntengroepen verpleegd:

  • neurologie
  • oncologische
  • interne of longaandoeningen

 

Stroke-unit

  • Telefoon: (020) 755 7099
  • Dagelijks tussen 11.00-11.30 uur en 15.00-15.30 uur. Bedoeld voor eerste contactpersoon van de patiënt voor informatie over situatie en behandeling. Hij/zij kan familie en vrienden verder op de hoogte houden.
  • Locatie: Route B

 

Een deel van afdeling Kliniek Beneden is gereserveerd voor mensen die een beroerte hebben doorgemaakt. Dit gedeelte wordt stroke-unit genoemd en bestaat uit vier bedden op kamer 110. Stroke is het Engelse woord voor beroerte.

Een gespecialiseerd team stemt de werkzaamheden op elkaar af. Gedurende drie tot vier dagen wordt de patiënt extra in de gaten gehouden.

De neuroloog onderzoekt de lichamelijke gevolgen, zoals verlammingsverschijnselen, problemen met slikken, praten of zien. Ook wordt onderzocht wat de oorzaak van de beroerte is en waar dit precies in de hersenen heeft plaatsgevonden. Op grond van de uitslagen worden de exacte diagnose en de behandeling bepaald.

Op de stroke-unit wordt al gestart met revalidatie. Wanneer u na enkele dagen in een stabiele toestand bent wordt u overgeplaatst naar een andere kamer op afdeling Kliniek Beneden. Over het algemeen is de patiënt in de loop van twee weken medisch in kaart gebracht. Daarna verschuift het accent naar het herstel van de beperkingen en handicaps die het gevolg zijn van de beroerte. Op dat moment is verblijf in het ziekenhuis niet langer noodzakelijk en wordt opname voortgezet in het verpleeghuis (Zonnehuis of Groenelaan) of revalidatiecentrum (Revalidatiecentrum Amsterdam). Daar werkt u verder aan uw herstel.

Waarom een aparte stroke-unit?
Uit onderzoek is gebleken dat deze zorg niet alleen de sterfte van patiënten met een beroerte vermindert, maar dat de organisatie van de acute opvang en van de nazorg in de revalidatie- en chronische fase ook een rol speelt bij het bevorderen van een optimale, functionele gezondheidstoestand van de patiënt.

 

 

Praktische informatie

  • Voorbereiding op uw opname

    Geplande opname
    In onderstaande brochure treft u alle informatie die voor u belangrijk is bij een geplande opname. Bij de afdeling Opname kunt u op werkdagen tussen 09.00 en 11.00 uur informatie vragen over de wachtlijst via telefoonnummer (020) 755 7107.

    Soms is een opname in het ziekenhuis acuut, zodat er weinig tijd is voor de voorbereiding. Bij een spoedopname is de volgorde van handelingen afhankelijk van de ernst van de ziekte of klacht. De specialisten en verpleegkundigen informeren u hierover zo goed mogelijk.

    Verhinderd of ziek?
    Als u bij een geplande opname voor operatie onverwachts verhinderd bent, ziek bent of verhoging heeft van meer dan 38,5°C, dan wordt u verzocht de afdeling te bellen waar u wordt opgenomen.

    Buitenlands ziekenhuis / contact met levend vee (MRSA)
    Als u de afgelopen twee maanden in een buitenlands ziekenhuis heeft gelegen, of als u werkt of woont op een bedrijf met levende varkens, kalveren of kuikens, dan vragen wij u dit zo snel mogelijk te melden bij de betreffende medewerker. Het kan namelijk zijn dat u drager bent van de MRSA-bacterie (Methicilline Resistente Staphylococcus Aureus). Voor uzelf hoeft deze bacterie geen gevolgen te hebben. De bacterie is echter ongevoelig voor de meeste antibiotica en is daarom moeilijk te bestrijden. Om te voorkomen dat de in het ziekenhuis verblijvende patiënten besmet raken, worden zo nodig maatregelen getroffen.

  • Uw verblijf

    Bij aankomst
    Op het afgesproken tijdstip meldt u zich bij de balie van de verpleegafdeling.

    Opnamegesprek
    Als u geen intakegesprek op de Polikliniek Anesthesie heeft gehad, vindt er een opnamegesprek plaats op de verpleegafdeling. Tijdens het opnamegesprek op de verpleegafdeling vragen zowel een verpleegkundige* als de zaalarts (specialist of arts-assistent) naar uw algehele gezondheid en naar eventuele eerdere opnames. Deze informatie komt in uw persoonlijk dossier. Door middel van dit dossier houden de verpleegkundigen en de artsen elkaar op de hoogte van uw situatie en behoeften. Uw gegevens worden vertrouwelijk behandeld.

    In het opnamegesprek komen aan de orde:

    • Contactpersoon
      De afdeling wil graag weten wie uw twee contactpersonen zijn en op welke telefoonnummers zij te bereiken zijn. Uw eerste contactpersoon is de persoon met wie het ziekenhuis communiceert over uw situatie en behandeling. Omgekeerd kan deze eerste contactpersoon naar de afdeling bellen voor informatie, en zo uw familie en vrienden verder op de hoogte houden. In verband met uw privacy wordt alleen informatie verstrekt aan uw eerste contactpersoon.
    • Medicijnen
      Voor de specialisten en verpleegkundigen is het belangrijk te weten welke medicijnen u gebruikt. Neem daarom een lijst mee met alle medicijnen die u gebruikt; deze kunt u laten uitprinten door uw eigen apotheek. Neem daarnaast uw eigen medicijnen mee in de originele verpakking.
    • Overgevoeligheid
      Meld zo snel mogelijk of u overgevoelig bent voor bepaalde voeding, medicijnen, jodium of iets anders.
    • Dieet
      Als u een bepaald dieet volgt, breng dan de richtlijnen mee en bespreek deze met uw specialist en verpleegkundige. Zo nodig wordt een diëtist geraadpleegd.

    Op de joodse vleugel
    Op zowel afdeling Kliniek Boven als op afdeling Kliniek Beneden bevindt zich een joodse vleugel. Ook niet-joodse patiënten worden hier opgenomen. Bij opname geven de medewerkers Joodse Zaken u, in een persoonlijk gesprek, informatie over de joodse gebruiken zoals deze op de afdeling nageleefd worden. Uw behandeling en verzorging staan uiteraard altijd voorop. Meer informatie over de joodse afdeling en de joodse gebruiken vindt u bij joodse vleugels.

    De kamer
    Op de afdeling zijn diverse soorten kamers en het aantal bedden kan verschillen van één tot en met vier. In de regel deelt u een kamer met één of meer patiënten. Dat betekent dat u en uw kamergenoten hinder kunnen ondervinden van elkaars behandeling, verzorging en bezoek. Wij verzoeken u rekening te houden met de behoefte aan rust en privacy van uw medepatiënten.
    U krijgt een kastruimte tot uw beschikking. Toilet en douche zijn in een aangrenzende ruimte aanwezig.

    Dagindeling en bezoektijden
    Kijk voor de dagindeling op de afdeling, bezoekregels en bezoektijden bij Specialismen en afdelingen op de pagina van de desbetreffende afdeling.

    Voeding
    Voor het ontbijt en de lunch komt de afdelingsassistente langs met de broodbuffetwagen. U kunt op het moment zelf uw ontbijt en lunch, binnen uw eventuele dieet, samenstellen uit een breed assortiment.

    Voor het diner kunt u kiezen uit twee complete warme maaltijden. Daarbij kiest u uit twee desserts. De voedingsassistente komt hiervoor in de loop van de dag bij u langs. De voeding wordt afgestemd op uw eventuele dieet en is op het seizoen afgestemd. Als het om een bepaalde reden niet mogelijk is geweest een keuze te maken, dan wordt er ‘s avonds uiteraard ook gewoon een maaltijd voor u verzorgd op de afdeling.

    Als er een kans bestaat dat u dezelfde dag wordt ontslagen uit het ziekenhuis, hoeft u die dag geen keuze te maken voor de avondmaaltijd. Als u die avond nog in het ziekenhuis bent dan zorgen wij er uiteraard voor dat u een warme maaltijd krijgt.
    De afdelingsassistente zal op dat moment met u bespreken uit welke maaltijden u kunt kiezen.

    De voedingsassistente komt gedurende de dag langs met koffie en thee. ’s Ochtends kunt u door haar uw eigen fruit laten schillen of uitpersen.

    Op de joodse vleugels wordt kosjere voeding geserveerd. Ook hier wordt gebruik gemaakt van de broodbuffetwagen, maar met een binnen het Jodendom passend assortiment. De medewerkers Joodse Zaken informeren u hier over.

    In verband met de strikte hygiënewetgeving die voor de gezondheidszorg geldt, willen wij u verzoeken:

    • zo min mogelijk voedingsmiddelen met een beperkte houdbaarheid mee te (laten) nemen;
    • voedingsmiddelen die gekoeld bewaard moeten worden, binnen twee uur te consumeren (dit geldt zowel voor voedingsmiddelen van het ziekenhuis als van thuis meegenomen).

     

    Het ziekenhuis is niet aansprakelijk voor meegebrachte voedingsmiddelen.

  • Behandeling en verzorging

    Medicijnen tijdens uw verblijf
    De medicijnen die u tijdens de opname gebruikt, worden soms verstrekt door de ziekenhuisapotheek en soms gebruikt u uw eigen medicijnen. Hoe dit in uw geval is geregeld, hoort u bij uw intakegesprek op de Polikliniek Anesthesie of tijdens het opnamegesprek op de verpleegafdeling. Het Apotheek Service Punt (ASP) zorgt voor een naadloze overgang van de farmaceutische zorg tussen de thuis- en de ziekenhuissituatie.

    Soms wil het ziekenhuis informatie opvragen over uw eigen medicatie. Hierdoor wordt de kans op vergissingen kleiner. Om snel en efficiënt te kunnen werken, gaat het ziekenhuis er vanuit dat u het goed vindt dat deze informatie wordt opgevraagd bij uw apotheker. Wilt u het aan de medewerkers van de afdeling Opname of aan de verpleging laten weten als u bezwaar heeft tegen het opvragen van uw medicatie?

    Kijk voor meer informatie bij Apotheek Service Punt (ASP).

    Identificatie
    Tijdens uw verblijf in het ziekenhuis draagt u een polsbandje met uw naam en geboortedatum. Ter bevestiging van uw persoonsgegevens, wordt door verschillende medewerkers in het ziekenhuis naar uw naam en geboortedatum gevraagd (bijvoorbeeld door verpleegkundigen, laboratoriummedewerkers en op de operatieafdeling). Deze controle is in het belang van uw veiligheid en de kwaliteitseisen waaraan we als ziekenhuis moeten voldoen.

    Operatie
    Vlak voor de operatie trekt u speciale operatiekleding aan. Voor de operatie krijgt u zo nodig medicijnen om rustig of slaperig te worden. Het exacte tijdstip van de operatie is van te voren niet precies vast te stellen. Er kunnen zich altijd onverwachte situaties voordoen, waardoor u later geopereerd wordt.

    Contactlenzen, gebitsprothesen en eventuele sieraden (horloges, ringen, armbanden, piercings) doet u uit/af voordat u naar de operatiekamer gaat. Dames wordt gevraagd geen make-up en nagellak te dragen. Heeft u een hoortoestel dan kunt u dit inhouden. Een verpleegkundige brengt u met bed en al naar de operatiekamer.

    De operatie
    Op de ‘holding’ worden voorbereidingen voor de operatie en de verdoving getroffen. De algemene voorbereidingen bestaan uit het meten van de bloeddruk, het inbrengen van een infuusnaald en het aanbrengen van plakkers voor de bewaking van het hart. Vaak zal een infuus op de infuusnaald worden aangesloten, maar niet altijd. Dit is afhankelijk van de soort ingreep en verdoving. Afhankelijk wat voor anesthesie er is afgesproken, krijgt u hier een regionale of plaatselijke verdoving door de anesthesist.

    U wordt door de anesthesiemedewerker en de anesthesist de OK op gereden, en mag zelf overstappen op de OK-tafel. Voordat u in slaap wordt gebracht voeren we een laatste check uit: de Time Out procedure. Hierbij wordt samen met u gecheckt of u de juiste patiënt bent, de juiste ingreep uitgevoerd zal worden aan de juiste zijde, en of het juiste instrumentarium en de juiste apparatuur aanwezig is. Bij deze procedure zijn alle leden van de OK aanwezig, dus: anesthesist, operateur, operatieassistenten, anesthesiemedewerker. Als u nog vragen heeft, kunt u deze aan de anesthesioloog stellen.

    Na de operatie
    Meteen na de operatie wordt u wakker gemaakt en naar de uitslaapkamer (verkoever) gebracht. Als u wakker genoeg bent, halen verpleegkundigen van de afdeling u weer op.

    Heeft u algehele anesthesie gehad, dan kunt u last krijgen van keelpijn en misselijkheid. Ook kan spierpijn en heesheid optreden. Deze verschijnselen zijn normaal en gaan meestal vanzelf weer over. Maar meld uw klachten zo snel mogelijk aan een verpleegkundige, zodat u eventueel medicijnen kunt krijgen. Als u vragen heeft, stel ze aan de verpleegkundige. Heeft u een ruggenprik gehad, dan kunt u problemen met plassen krijgen. Dit komt doordat de verdoving zich uitstrekt tot de blaas. Zo nodig wordt tijdelijk een blaaskatheter ingebracht.

    De specialist die u geopereerd heeft of de arts-assistent komt over het algemeen nog langs op de afdeling.

    Inlichten contactpersoon
    Uw contactpersoon wordt bij uw terugkomst van de operatiekamer door de verpleegkundige telefonisch op de hoogte gebracht van uw toestand. Er wordt dan geen medische informatie gegeven.

    Bloedtransfusie
    Het is mogelijk dat u tijdens de operatie of behandeling een bloedtransfusie nodig heeft. Dit gebeurt met uw toestemming, tenzij er sprake is van een acute situatie. U bent tijdens het intakegesprek voorgelicht over de redenen, de risico’s en eventuele alternatieven voor de bloedtransfusie. Het bloed dat u toegediend krijgt is vooraf grondig onderzocht, zodat u alleen veilig en passend bloed ontvangt van gezonde donoren. Het is mogelijk dat u als ontvanger van bloed afweerstoffen (irregulaire antistoffen) maakt of heeft gemaakt tegen sommige bloedcellen. Als deze afweerstoffen in het laboratorium zijn aangetoond krijgt u een  bloedgroepkaartje en brief waarop het soort antistof staat. Tevens worden deze afweerstoffen opgenomen in een landelijke database. Het voordeel van deze database is dat deze ook bij een eventuele volgende transfusie, door een ander ziekenhuis geraadpleegd kan worden. De gegevens worden automatisch opgenomen in de database, tenzij u hiertegen binnen vier weken na de bloedafname bezwaar maakt bij het laboratorium, telefoonnummer 020 – 755 7228.

    Gebruik van lichaamsmateriaal als controlemateriaal
    Tijdens uw opname kan het zijn dat bloed wordt afgenomen voor onderzoek. In principe wordt dit materiaal alleen gebruikt voor het onderzoek dat door de specialist is aangevraagd. Incidenteel wordt materiaal verzameld om te gebruiken als anoniem controlemateriaal voor laboratoriumapparatuur. In die gevallen vraagt de laboratoriummedewerker uw toestemming. Als u hiertegen bezwaar heeft kunt u dat bij de betreffende medewerker aangeven.

    SNAQ: Ondervoeding te lijf
    Door uw ziekte kan het zijn dat u onbedoeld bent afgevallen en/of dat u de afgelopen periode minder heeft kunnen eten. Dit betekent dat u het risico loopt om ondervoed te raken of dat u al ondervoed bent. Daarom wordt in Ziekenhuis Amstelland gewerkt met SNAQ (Short  Nutritional Assessment Questionnaire). Dit is een vragenlijst waarmee een verpleegkundige aan het begin van uw opname in het ziekenhuis vaststelt of er sprake is van ondervoeding of risico op ondervoeding. Wanneer dit het geval is, krijgt u tijdens uw opname drie extra tussendoortjes aangeboden. Afhankelijk van de mate van ondervoeding komt de diëtist zo nodig langs. Kijk voor meer informatie over SNAQ in de folders ‘Ondervoeding te lijf’, die uitgereikt worden aan patiënten die hiervoor in aanmerking komen.

    Naar een ander ziekenhuis
    Soms is het nodig een deel van uw onderzoek of behandeling in een ander ziekenhuis te laten verrichten. Het vervoer wordt vanuit het ziekenhuis geregeld en een familielid of bekende kan u gezelschap houden. Ook kunt u zich laten vergezellen door één van de vrijwilligers van ons ziekenhuis.

  • Weer naar huis

    Nazorg
    Gedurende de opname bespreken uw specialist en de verpleegkundige de zorg die na uw ontslag nodig is. Misschien heeft u medicijnen nodig. Het kan ook zijn dat u een dieet moet volgen of door een fysiotherapeut behandeld moet worden. U krijgt daar dan informatie over. Ook worden afspraken gemaakt over nacontrole op de polikliniek en een eventuele vervolgbehandeling.

    Heeft u na ontslag zorg nodig? Kijk voor meer informatie over nazorg op de pagina’s transferbureau.

    De dag van vertrek
    Vooraf is vaak moeilijk aan te geven hoe lang uw opname gaat duren. Meestal hoort u kort van tevoren van uw specialist wanneer u naar huis kunt. De tijd waarop u ontslagen wordt, ligt meestal tussen 10.00 en 11.00 uur.

    Zorg dat uw bezoek tijdig kleding en uw jas meebrengt naar het ziekenhuis, zodat u ongeacht de weersomstandigheden goed gekleed met ontslag kunt gaan.

    Vervoer naar huis
    Als het medisch noodzakelijk is dat u per taxi of ambulance naar huis wordt vervoerd, dan geeft uw specialist daarvoor een verklaring af. Houd u er rekening mee dat er een eigen bijdrage voor vervoerskosten bestaat. Informeert u dit bij uw zorgverzekeraar.

    Bericht van ontslag
    Afhankelijk van de afspraken tussen uw huisarts en het ziekenhuis, krijgt u één of twee ontslagbrieven mee. Eén exemplaar bewaart u thuis. Als u een tweede exemplaar heeft gekregen, moet u dit nog dezelfde dag bij de huisarts (laten) afgeven.

    Informatie aan uw huisarts
    De afdeling Opname meldt schriftelijk aan uw huisarts uw opname- en ontslagdatum. De behandelend specialist informeert uw huisarts over uw behandeling en gezondheidstoestand.

    Vragen en onverwachte klachten
    Als u na thuiskomst nog vragen heeft of onverwachte klachten krijgt, dan belt u de eerste 24 uur na uw ontslag via het ziekenhuis uw behandelend specialist. Als deze niet bereikbaar is, verbindt men u met het dienstdoende avond- of nachthoofd door. Het telefoonnummer van het ziekenhuis is (020) 755 7000. Na 24 uur na uw ontslag neemt u bij lichamelijke klachten contact op met uw huisarts